vrijdag 29 april 2016

Clarksville - Little Rock

Clarksville – Little Rock

Het is een stralende dag. We zijn in het Willow Beach Park, in de schaduw van de bomen, met uitzicht op het meer en met de fluitende vogels om ons heen, te genieten van het uitzicht. De US Army Corps of Engineers die dit park beheert, gunt ons een prachtige plek met stroom en water voor slechts 19 dollar. Vanmorgen waren we in Little Rock, de hoofdstad van Arkansas en we proefden daar een gemoedelijke sfeer. Er is plenty parkeerruimte voor de Clinton School of Public Service – de roots van Bill liggen in deze staat en dat willen ze graag weten, maar een Billgrimage gaat ons te ver. Aan de overkant van de weg stappen we voor een rondrit op het historische trammetje. Nadat we de ritprijs zegge 50 cent per persoon betaald hebben biedt de bestuurder, Nelson Romero, spontaan aan een foto van ons te maken. De rit is leuk en informatief. Little Rock is met zijn universiteit liberaler dan de rest van Arkansas en men respecteert de verschillende opvattingen. Dat was anders in 1957 toen de gouverneur de inzet van staatstroepen niet schuwde om negen zwarte studenten de toegang tot Little Rock Central High School onmogelijk te maken. Uiteindelijk werden zij toegelaten nadat president Eisenhower federale troepen had ingezet. Nu zien we bijna alleen maar zwarte leerlingen op de gazons voor de school. De tuinman die we spreken, Clay Broadway, vertelt dat deze periode traumatisch was: de Civil Rights waren niet vanzelfsprekend; hij was toen twee maar zijn ouders vertelden hem dat zij toen op allerlei plekken niet mochten, overgeleverd aan de willekeur van de plaatselijke autoriteiten.

Deze prachtige dag staat in schril contrast met gisternacht toen we in Clarksville waren. Rond twee uur worden we ruw gewekt omdat de ‘severe thunderstorms’ ons toch bereikt blijken te hebben. We staan te schudden op onze wielen en de regen komt met bakken over ons heen. We kunnen niet meer op tijd het dakraam van de wc dichtdoen en het wordt compleet weggeblazen. Met kunst en vliegwerk weten we het binnenkomende water naar de wc-pot te leiden, we zoeken bescherming tussen twee kolossale trucks en overleven het.

De volgende morgen is het droog en we vinden een camperbedrijf dat een nieuw bovenraam op voorraad heeft. We worden zeer klantvriendelijk direct geholpen. Als we zeggen dat we op zoek zijn naar extra bescherming voor de dakramen, zeker ook als we de camper gaan stallen, laat hij ons ‘domes’ zien. Die worden over je dakramen heen bevestigd. Een extra bescherming tegen bijv. hagel, maar je kan je dakramen zelfs tijdens het rijden gewoon open houden, natuurlijke ‘airco’. Hij blijkt er precies drie op voorraad te hebben en we laten ze ook direct bevestigen. Voor ons geen wegwaaiende dakramen meer.

En ja, na een stralende dag begint het de volgende morgen vroeg weer te onweren en opnieuw komt de regen met bakken uit de hemel. Dit houdt uren aan. Wegen en velden staan blank. Voor we vertrekken uit het park, moeten we dumpen en water innemen en dat betekent doorweekte kleren (bij Arie dan). Ingrid staat haar mannetje door koelbloedig de camper richting de volgende Walmart te rijden, 20 mijl verderop, door een gordijn van regen. Hier hebben we weer internet, kijken we wat het weer de komende dagen gaat doen en kunnen we onze plannen daarop afstemmen. 


woensdag 27 april 2016

Oklahoma City – Clarksville

Oklahoma City – Clarksville

Als de skyline van Oklahoma City opdoemt, vermoed je een compacte en drukke stad waar je met je camper niet moet zijn. Maar dat valt mee. We rijden over brede en rustige boulevards naar de State Capitol. Rond het Capitol zijn ruime parkeermogelijkheden waar je gratis kan parkeren. Voor het statige gebouw staat een boortoren met productieplatform voor olie opgesteld die symboliseert dat olie en Oklahoma nauw met elkaar verbonden zijn. De sfeer is gemoedelijk. We gaan op de foto met reporter Aaron Brilbeck News 9 van KWTV Oklahoma City die met zijn cameraman een programma maakt over de honderden kinderen die jaarlijks in Amerika omkomen door mishandeling. Oklahoma City vraagt hier aandacht voor met een zee van vlaggen op het park voor de State Capitol. Indrukwekkend is ook het monument voor de soldaten uit Oklahoma die in verschillende oorlogen gevallen zijn. We rijden door naar Checotah, waar we overnachten. 

Inmiddels hebben we  de Midwest achter ons gelaten en dient het Zuiden zich aan. Dat merken we bijvoorbeeld aan de temperaturen: die stijgen. En ook aan de vochtigheidsgraad. Hoewel de hevige wind nu wat minder is, blijft de atmosfeer onrustig. Het nieuws komt met een stevige tornadowaarschuwing. Waar wij gisteren nog in Oklahoma City waren blijkt dat deze stad vandaag in de directe gevarenzone zit. En ook in het gebied waar wij nu zitten is kans op tornado’s. Mede op advies van de pompbediende die wij spreken – go east and you might outrun it -  gaat het weer verder naar het oosten en rijden we Arkansas binnen. 

Ook het landschap is veranderd. De vlakten hebben plaatsgemaakt voor een vriendelijk, golvend groen landschap, afgewisseld door rivieren, meren en weilanden. We vinden een rustige plek aan de Arkansas River en genieten van de koelte en het uitzicht.












zondag 24 april 2016

Amarillo - Oklahoma City

Amarillo – Oklahoma City

Texas is groot en, Route 66 volgend, doen wij maar een klein stukje, namelijk de ‘panhandle’. Dus rijden we vrijdag na een paar uur Oklahoma binnen. We gaan naar Elk City; van Ad en Ineke de Boer hebben we gehoord dat zij daar ook gestaan hebben op de gemeentelijke camping, met stroom en gratis. Helemaal waar, en een vorstelijke plek aan een meer. 

Wij krijgen in de avond buren die er met een stel vrienden een redelijk luidruchtig feestje van maken. Net als wij naar bed willen gaan, horen wij pickup trucks aan komen rijden en breekt er een enorme ruzie uit. Na tien minuten houdt het op. De volgende morgen op onze buren afgestapt: ‘what the heck was that?’ Onze buurvrouw legt uit dat de vriend van haar zus door een of andere gast zijn gras had laten maaien en dat die nu met een stel vrienden bij onze buren verhaal kwam halen omdat hij nog op zijn geld zat te wachten. ‘Waarom kwam hij dan op jullie af?’ ‘Omdat wij de kampeertrailer van de vriend van mijn zus geleend hadden en zij ons gevolgd waren.’ Dit is rural Oklahoma, zeg maar het platteland. Gelukkig vielen er geen schoten....

We rijden verder. Dit is het land van de ‘great plains’ en we zien een oneindig golvend landschap dat steeds groener wordt. Men verbouwt hier mais en koren, er zijn ranches met duizenden runderen. Hoewel men er meer moeite voor moet doen dan vroeger is er, net als in Texas, in Oklahoma nog veel olie te winnen. Overal in het landschap zien we kleine platforms, standaard twee opslagtanks met pijpleidingen en een witte pijp omhoog waarmee gas wordt afgefakkeld. Heel af en toe zie je nog een ‘jack’, een jaknikker, of een boortoren, maar die dienen meestal als soort historische ‘landmarks’. Overigens, waar wij blij zijn met de lage olieprijs betalen Texas en Oklahoma het gelag en ‘the economy is down’. 

In de Bible Baptist Church in El Reno, net voor Oklahoma City, die wij zondag bezoeken, horen we weer een goede preek, nu over het volgen van Jezus, n.a.v. Joh. 1, de roeping van de discipelen. Wij worden hartelijk welkom geheten en uitgenodigd vooral nog een dag op hun terrein te verblijven en ‘in te pluggen’, gebruik te maken van de stroomvoorziening.

Inmiddels zijn de temperaturen beter. Een voor ons betrekkelijk nieuw fenomeen is de aanhoudende harde, stormachtige wind die onophoudelijk het landschap - en ons - teistert. We kunnen ons nu iets voorstellen bij de ‘great dustbowl’ die de vorige eeuw een ramp betekende voor deze streken. Een recentere ramp was hier in 2013: de El Reno Tornado, qua omvang de grootste in de geschiedenis en qua windsterkte de op een na krachtigste ooit gemeten. Acht mensen kwamen om. We zijn onder de indruk van de beelden die we op internet vinden van de verwoestingen toen.







donderdag 21 april 2016

The way to Amarillo

Santa Fe – Amarillo


Met op de achtergrond de Sangre de Christo bergen ligt Santa Fe op 2300 meter hoogte. Het is de hoofstad van Nieuw Mexico maar heeft een heel ingetogen en eenvoudige sfeer. De gebouwen hebben de typische adobe bouwstijl met afgeronde vormen. Dat is vooral rond de oude Plaza te zien waar we met de camper naar toe rijden. Die plaza en het oude centrum zijn natuurlijk helemaal niet ingericht op campers; het is er smal en overvol. Wel is er een particulier parkeerterrein en de mevrouw vraagt voor 2 uur 25 dollar. Na enig onderhandelen wordt het 20 en daarna 15 dollar waarna we alsnog verder rijden op zoek naar het oude station. We hebben gehoord dat je daar voor 1 dollar per uur kan parkeren. Daar hebben we wel een stukje lopen voor over.



De plaza in het centrum is sfeervol. We wandelen over de Indian Market langs de Palace of the Governors, bezoeken de Loretto Chapel met de beroemde wenteltrap die op miraculeuze wijze zonder middenas schijnbaar de wetten van de zwaartekracht negeert. Bij het station fotograferen we de gigantische Amtraktreinen.

De overnachtingsplek bij Walmart is prima met uitzicht op de bergen. De volgende dag nemen we onder een stralende zon afscheid van het bijzondere zuidelijk alpine klimaat en dalen we langzaam maar zeker af richting het oosten naar de grote vlakten We rijden uren door bijna verlaten landschappen en komen uiteindelijk aan in San Jon. Hier is een gratis gemeente camping. Denk niet aan een mooi onderhouden gemeentepark of zo. Is het in de tijd van Route 66 die er langs loopt waarschijnlijk ooit geweest, maar nu maakt deze plek deel uit van het ruige landschap. In de middag maken we kennis met het bijbehorende weertype: onweersbuien, hevige windstoten, onheilspellende luchten en een prachtige zonsondergang. Saai is het hier dus niet.



Met een stralende zon nemen we de volgende dag afscheid van San Jon en weldra zijn we in de staat Texas en daarmee de derde tijdzone op deze tocht, central time. Waar vroeger in Texas de olievelden werden geëxploiteerd, hebben de jaknikkers hier plaatsgemaakt voor enorme windmolenparken die urenlang de horizon bepalen.. Als we Amarillo naderen wordt het land groener, met grote farms. We rijden naar het Palo Duro Canyon State Park. Anders dan bij Grand Canyon kun je het met de camper naar de bodem van de canyon rijden; een bijzondere ervaring. De kleuren zijn prachtig en we pakken een terrasje: stoelen en tafeltje uitklappen en met een drankje genieten van het spectaculaire landschap met het prille groen.




Is this the way to Amarillo.....
Degenen onder ons die dit liedje uit 1971 kennen weten dat de trucker hoopt dat Marie daar op hem wacht. Ons wacht in ieder geval de knotsgekke Big Texan, waar je gratis een ’72oz steak’ kunt eten. Let wel, dit is een biefstuk van 2 kilo met de bijbehorende gerechten. Die moet je binnen een uur weg weten te werken. Krijg je dat niet voor elkaar, dan moet je 72 dollar dokken. Wij kiezen voor een inderdaad fantastische steak, maar dan een van 12 ons, met z’n tweeën. En de sfeer is geweldig. Texas, we love you!




Moe en voldaan belanden we daarna bij Walmart.



Albuquerque

Albuquerque

Omdat het weer in de bergen de komende dagen niet best is - in Santa Fe verwacht men zelfs sneeuw -, besluiten we in het weekend hier te blijven. 

Op zondagmorgen gaan we naar de Berean Baptist Church. Het is een warme, vriendelijke gemeente. De liederen zijn in de stijl van Johan de Heer en de preek van Reverend Don Weakland gaat over Hebreeën 7; Jezus als hogepriester naar de orde van Mechizedek. Geen eenvoudige kost, maar goed uitgelegd. Met de hartelijke uitnodiging om ons aan de Heer toe te vertrouwen.

We maken een wandeling in Old Town. Heel kleinschalig met een authentieke pueblosfeer. Hier proeven we de indiaanse en Mexicaanse oorsprong van de stad.

Daarna rijden we door downtown, het zakencentrum van ABQ. De inrichting is mooi, met een modern plein, veel glas en een toegankelijk verblijfsgebied. Maar het is er stil, waarschijnlijk omdat het zondag is. Central Ave, de oude Route 66, is wel levendig. Nob Hill, in het verlengde, is met de Universiteit van Nieuw Mexico zo’n beetje het yuppengebied: veel opgeknapte appartementen en studenten. We zien ook veel zwervers. De contrasten zijn groot.

Op maandag bezoeken we The National Museum of Nuclear Science and History, het enige nationale museum in Nieuw Mexico. Dat dit museum in ABQ te vinden is, is niet toevallig. Honderd mijl hiervandaan is de eerste bom in White Sands tot ontploffing gebracht. Een van de thema’s is dan ook het Manhattan Project en daarmee de geschiedenis van de atoombom. We zijn onder de indruk van de afschuwelijke beelden na het werpen van de bommen op Hiroshima en Nagasaki.

Ook wordt veel aandacht besteed aan de Koude Oorlog. Buiten zien we o.a. een reusachtige B-52 bommenwerper die in die periode een belangrijke strategische rol speelde.

zaterdag 16 april 2016

Flagstaff - Albuquerque

Flagstaff – Albuquerque


Vanuit Flagstaff rijden we naar Sedona. Voor we de diepte induiken van Oak Creek Canyon, nemen we nog even een kijkje vanaf het uitzichtspunt. De tocht door de canyon is prachtig, maar de weg is (relatief) smal. Sedona is een geliefd oord. Toeristen, kunstenaars en New Agers die geloven in hier aanwezige aardse en kosmische energiecentra overspoelen het stadje. Wij gaan er naar toe om de magnifieke omgeving: de rode bergwereld met indrukwekkende rotsformaties, afgewisseld met groene veelal subtropische beplaning. Wij rijden het stadje door, op zoek naar de plek waar we vier jaar geleden gestaan hebben. Die vinden we, een kampeerplek van National Forest, waar we samen met tien andere campers uitzicht hebben op de rotsen van Sedona die in de avondzon rood opgloeien.






Onvergetelijk is ook de volgende dag. Eerst bezoeken we Bell Rock en andere rotspartijen. Prachtig. We rijden weer richting Flagstaff om, voor we verder gaan naarhet oosten, een dump te vinden. Rond Flagstaff zijn de dumps niet dikgezaaid, maar gelukkig vinden we er een bij een benzinestation. Waar de tocht richting Gallup, en daarmee de volgende staat, New Mexico, vol goede moed begint, wordt het afzien. We belanden in stortbuien en rukwinden. Voor het eerst zien we het tumbleweed dwars over de weg waaien en moeten we goed opletten als trucks ons passeren. Het landschap is saai - of wij zijn verwend - en de weg is slecht. De camper krijgt er flink van langs. Als we in Gallup aankomen is ons eerste doel de parkeerplaats van Walmart. Het wordt koud en we doen de kachel aan. Die blaast eerst koude lucht en vervolgens slaat hij af. Gelukkig hebben we via Home Depot internet en kunnen we goochelen waar het probleem zit. Waarschijnlijk de thermostaat. Die uit elkaar gehaald, en ja hoor, draadje los. Dat gefixt en de kachel doet het weer. Een geschenk! Eerst een spelletje, daarna slapen. Nou ja, slapen. Rondom is zwaar verkeer, en op een aparte truckparkeerplaats even verder op staan de generatoren te dreunen. Tot overmaat van ramp komen er de hele nacht ook nog eens treinen langs met hun mijlenver klinkende hoorns. Oordoppen helpen hier niet. En het is berenkoud.




De volgende morgen, na toch nog wat geslapen te hebben, doen we de gordijnen open: sneeuw! Maar de verwarming doet het en we ontbijten gezellig met uitzicht op de sneeuw. We horen dat het vanmiddag gaat onweren. Alles overwegende lijkt het verstandig om meteen maar door te rijden naar Albuquerque.

Het klaart op, de buien worden minder, de sneeuw verdwijnt, en we gooien onderweg de tank vol voor $1,79 voor een gallon (3,79 liter), de goedkoopste tot nu toe. Weer gaan we naar Walmart die hier zelfs ook nog de luxe biedt van gratis internet. Hier is het rustiger dan bij de vorige. Nu nog op zoek naar een plek om te overnachten.